Jakobskruiskruid (Jacobaea vulgaris) is een veelvoorkomende soort op de dijken, in het verleden veel uitgezaaid in wegbermen om zijn goed doorwortelende eigenschappen. Jakobskruiskruid is een inheemse, tweejarige plant tot 1 meter hoog met gele bloemhoofdjes. In ieder bloemhoofd zit een krans van 13 gele lintbloemen, naast tientallen buisbloemen. Het is een voorjaar-, zomer- en herfstbloeier (april-september) en het zaad kiemt in het najaar. Dan valt er vaak neerslag en kan de kiemplant snel uitgroeien en een tamelijk groot wortelstelsel vormen. De zaadjes verplaatsen zich gemakkelijk met de wind. De bladeren zijn ingesneden en veerdelig met een gelobde bladrand. Jakobskruiskruid is een pioniersoort en bij een gesloten grasbekleding vestigt Jakobskruiskruid zich niet snel.
Pilot bestrijding Jakobskruiskruid
Uit een 10 jaar durend experiment over bestrijding van Jakobskruiskruid, met 11 beheervarianten en toepassingen van chemische bestrijdingsmiddelen, kwam naar voren dat een aangepast maaibeheer (vroeg maaien; tijdens de bloei en doorzaaien met grassen en kruiden) vrijwel hetzelfde effect oplevert als de chemische bestrijding met MCPA. Bij ‘vroeg maaien’ nam het aantal exemplaren van Jakobskruiskruid ten opzichte van het reguliere beheer af met 82%, bij toepassing van MCPA met 86%. Onder vroeg maaien wordt verstaan het maaien tijdens de bloei van Jakobskruidkruid (zie brochure van Louis Bolk Instituut, ongedateerd). Ook ‘hoog maaien’ leverde een aanzienlijke afname op van 66%. Blijkbaar remt een hogere vegetatie de kieming van de lichtkiemer Jakobskruiskruid.
De blauwe lijn in figuur 014 is de ontwikkeling van de planten in het referentievak met regulier beheer die jaarlijks op 100% is gesteld. De donkergroene lijn met het aangepaste maaibeheer (vroeg maaien en doorzaaien met grassen en kruiden) laat op lange termijn erg goede resultaten zien. Het resultaat is een duurzaam evenwicht. (bron: Pilot Jakobskruiskruid, Eureco, 2015)
Toepassing van PrimStar (combinatie van Primus en Starane: ‘selectieve bestrijdingsmiddelen’) liet zien dat vooral het moment van toepassing van belang was voor het effect ervan. Alleen toepassing tijdens de groei van de te bestrijden soort, in dit geval Jakobskruiskruid, levert een positieve bijdrage aan de bestrijding.
Eenmalige bemesting met de meststof Urean had slechts een kortdurend positief effect op de sluiting van de grasmat en daarmee op de afname van Jakobskruiskruid. Al in het tweede jaar na toepassing werd de zode al weer meer open en nam het aantal exemplaren van Jakobskruiskruid weer sterk toe.