Algemeen
Voordat er gestart mag worden met bestrijdingsmaatregelen dient er eerst overlegd te worden met betrokken collega’s op het gebied van ecologie, beheer en onderhoud.
Wanneer er locaties met Duizendknoop worden aangetrokken is het verstandig om deze af te zetten met lint of palen, zodat ze duidelijk zichtbaar zijn voor een aannemer. Daarmee wordt het risico verkleind dat de Duizendknoop ongewild wordt gemaaid en verder verspreid. Wanneer er Duizendknoop in het maaisel zit moet dit worden afgevoerd naar een erkende verwerker, zodat verdere verspreiding wordt voorkomen.
Grond met Japanse duizendknoop mag niet met andere grond worden vermengd om een gecontroleerde afvoer te verzekeren. Bij aankoop of verplaatsing van grond van buiten naar binnen het beheergebied van de waterschappen dient nagevraagd te worden of de grond vrij is van Japanse duizendknoop. Verplaatsingen van grond binnen het beheergebied maar ook van en naar gronddepots dienen geregistreerd te worden met de aantekening of wel of geen besmetting van Japanse duizendknoop aanwezig is.
Verder informatie:
Machinaal verwijderen
n.v.t.
Handmatig verwijderen en afvoeren
Kleine locaties met Duizendknoop kunnen handmatig geëlimineerd worden, door de plant en wortels uit te trekken na ze los gewerkt te hebben met een riek. Maandelijkse controle is hierbij noodzakelijk, met aandacht voor een juiste verwerking van de ondergrondse uitlopers en wortels. Het maaisel dient altijd te worden afgevoerd naar een erkende verwerker. Daarmee wordt het risico geminimaliseerd dat het zich later alsnog kan verspreiden.
Begrazen
n.v.t.
Chemisch bestrijden
Deze optie mag alleen gebruikt worden op waterkeringen. Zie de pagina over Gewasbeschermingsmiddelen en biociden.
Chemische bestrijding van Duizendknoop is mogelijk met gewasbeschermingsmiddelen op basis van glyfosaat. Langs watergangen is het in principe niet toegestaan. Chemische bestrijding kan worden toegepast door het middel op afgemaaide stengels te strijken. Een andere methode is eerst de planten af te maaien, dan de stoppels uit te laten lopen en de bladeren dan te besproeien met het bestrijdingsmiddel. Ook het injecteren van de plant behoort tot de mogelijkheden op het einde van het groeiseizoen wanneer de sapstroom weer richting de wortels gaat (met maximaal 20% glyfosaat). Door de stichting Probos wordt dit gezien als de meest effectieve methode om Duizendknoop te bestrijden. Zie de pagina over injecteren op bestrijding duizenknoop voor de laatste informatie.
Afgraven
Deze optie wordt gebruikt om de plant op de locatie volledig uit te roeien en is niet overal toepasbaar gezien de omvang of bereikbaarheid van de locatie. Met name op waterkeringen en bij beginnende jonge haarden is dit een effectieve strategie. Er moet minstens tot 3 meter (max. 7 meter) diep worden afgegraven en minimaal tot 2 meter vanaf de buitenrand van de populatie. De grond moet afgevoerd worden en verwerkt door een erkend
Natuurlijke vijand (experimentele fase)
Het Centre for Agriculture and Bioscience International (CABI) onderzoekt al jaren welke mogelijkheden er zijn om ongewenste soorten biologisch te bestrijden. Hierbij wordt gekeken naar de natuurlijke vijand in het land van oorsprong. Er wordt zorgvuldig onderzocht welke effecten er zijn op andere soorten. Is de natuurlijke vijand alleen actief op de ongewenste soort dan biedt dit mogelijkheden om dit in de praktijk toe te passen.
In Engeland is al het voorwerk al gedaan betreffende de Japanse duizendknoop. Er wordt onderzoek gedaan naar een bioherbicide: een zwam of schimmel (Mycosphaerella polygoni- cuspidati) die de plant aantast. En naar een plantenluis (Aphalara itadori). In Nederland wordt dit onderzoek ook opgepakt. Meer hierover in de Nieuwsbrief Werkgroep Plaagsoorten december 2019.