Skip to main content

Praktijkvoorbeelden

Waterkeringbeheerders proberen doorlopend beheer- en onderhoudsvormen uit om te zien wat effectief en efficiënt is.

We gaan onderstaand in op de volgende praktijkproeven:

  • Bestrijden Japanse duizendknoop door Waterschap Rijn en IJssel.
  • Bestrijden Japanse duizendknoop door Waterschap Limburg.
  • Aanpak mos in grasbekleding t.g.v. bladval door Waterschap Limburg.
  • Bestrijden Reuzenberenklauw door Waterschap Limburg.
  • Bestrijding Koolzaad door Waterschap Aa en Maas (2 pilots)
Japanse duizendknoop (WL)
Japanse duizendknoop (WL)

Bestrijding Japanse Duizendknoop

(Waterschap Rijn en IJssel)

In het voorjaar van 2013 is door het waterschap een groeiplaats van Japanse duizendknoop op de primaire waterkering in Arnhem nabij de Pleijroute lichtdicht afgedekt met antiworteldoek in combinatie met landbouwfolie. Het doek is met tengels in combinatie met krammen vastgezet en ruim om de haard aangebracht ( minimaal 3 meter vanuit de laatste plant). Vervolgens is de locatie jaarlijks gecontroleerd op eventuele beschadigingen van het doek en op hergroei van de plant door of onder het folie vandaan. Jaarlijks zijn er een aantal plantuitlopers verwijderd die alsnog onder het folie vandaan groeiden. Ook ter plaatse van de krammen zijn planten door het folie heen gegroeid.

Zie de memo.

Japanse duizendknoop ingepakt (WRIJ)
Japanse duizendknoop ingepakt (WRIJ)

Bestrijding Japanse Duizendknoop

(Waterschap Limburg, André Smeets)

In de strijd tegen Japanse Duizendknoop worden allerlei methoden beproefd met als doel het uitroeien of beheersbaar houden van deze agressieve soort. Bij een paar kleine groeilocaties, van 1,5X1,5m op de oever van het riviertje de Niers in noord Limburg heb ik afgelopen jaar een proef gedaan met uitgraven. Om de kosten te beperken zijn de wortels handmatig uit de vrijkomende grond geraapt.

De vrijkomende grond is in depot gezet vlak naast de ontgraving op dikke folie. Het depot is niet hoger dan 30cm gemaakt zodat achtergebleven worteldelen de kans krijgen om zo snel mogelijk weer te gaan groeien en scheuten te vormen. Er is tot een meter vanaf de plant gestart met graven en uitgebreid tot waar dat nodig was. De wortels zijn in de bodem redelijk goed te herkennen omdat ze ietwat gelig kleuren als ze doorgestoken zijn. Door de wortels te volgen is de uiteindelijke ontgrondingskuil tot 2,5X 2X1m uit gegraven.

Bij de eerste bak grond is geprobeerd een zo groot mogelijk deel van de wortels mee te nemen. Opvallend was dat het wortelstelsel behoorlijk compleet mee naar boven kwam en zelfs voor een deel heel bleef bij het scheiden van de grond. De overige wortels waren redelijk goed te herkennen aan de kleur en de kronkelige vorm. Hierdoor konden de wortels voor het grootste deel uitgeraapt worden.

Na drie weken waren er slechts 3 scheuten aanwezig in de vrijgekomen grond. Daarna is het herfst geworden en net voor het hoogwaterseizoen zijn de gaten dicht gemaakt en is de groei ook gestopt. Zodra de JDK weer de kop op steekt zullen we na het hoogwaterseizoen wederom overwegen om de locatie uit te graven en eventuele resterende wortels te verwijderen. Wordt dus vervolgd!

Mosbestrijding

(Waterschap Limburg, John Janssen)

Op het dijkvak te Blerick was het buitentalud  compleet met mos bedekt. Dit werd hoofzakelijk veroorzaakt door  veel schaduwwerking  door een dubbele bomenrij parallel aan de waterkering.

Wij hebben er mosbestrijding toegepast met  een 10% oplossing van ijzersulfaat met water en dit met een tractor met veldspuit erop gebracht.

Na 3 a 4 weken nadat de  mosbestrijding is toegepast is het talud geverticuteerd, gesleept met weidesleep en daarna bemest met een NPK meststof 15-15-15, 150 kg per hectare.

Foto 1 en 2 laten de beginsituatie zien.

Foto 3: 70% mos en 30% grasbedekking

Foto 4:

  • Nagenoeg geen gras meer aanwezig op het dijktalud.
  • Mos is al geel aan het verkleuren door werking van ijzersulfaat.
  • En door het  slepen/ verticuteren

Foto 5: Eerste maaibeurt na mosbestrijding is er weer een grasmat in ontwikkeling.

Foto 6:

  • Nadat het gras zich weer ontwikkeld heeft blijft hij nu mooi gesloten en nagenoeg geen mosgroei.
  • We laten ieder jaar het bladafval van de bomen verwijderen in het najaar.  Om verzuring/verstikking van de grasmat te voorkomen.

Bestrijding Reuzenberenklauw

(Waterschap Limburg, André Smeets)

De Reuzenberenklauw is een exoot die zich door middel van zaadzetting snel in grote getalen kan vermeerderen. Zijn grote bladeren dekken de bodem compleet af waardoor er geen gras kan groeien. Hierdoor neemt de erosiebestendigheid enorm af en dit is een veiligheidsrisico. Verder vormt de plant ook nog een risico voor de volksgezondheid.

Op de dijk in Well in noord Limburg was een traject bijna geheel begroeid met Reuzenberenklauw. Om de dijk weer “schoon” te krijgen is dit traject drie jaar om de drie weken gemaaid met als doel het aantal planten te reduceren, zaadzetting te voorkomen en ten slotte uit te roeien. Na drie jaar was geen enkele vermindering waar te nemen en is deze proef gestopt.

Vanaf april tot en met september is het talud om de drie weken kapot gefreesd. Bij deze methoden was na elke behandeling een reductie zichtbaar en in september waren vele honderden exemplaren geslonken tot tientallen. De planten die in september nog steeds op kwamen zijn met een kraan uitgegraven en verwijderd. Daarna is het talud opnieuw geprofileerd en weer ingezaaid. Voor het hoogwater seizoen groeide er weer een jonge grasmat op het betreffende traject en lag er doek klaar om bij hoogwater de dijk te kunnen beschermen tegen erosie. In het volgende jaar zijn er met de schop nog enkele exemplaren uitgestoken en nu twee jaar na dit experiment is de dijk nog steeds “schoon” van Reuzenberenklauw. Door vóór het freesexperiment de plant een aantal jaren niet in bloei te laten komen is er een aantal jaren geen zaad op de dijk gekomen waardoor er ook nu geen zaailingen meer opkomen. Experiment geslaagd!

Bestrijding Koolzaad

(Waterschap Aa en Maas,, 1e pilot: Jan van der Zanden, 2e pilot: Pieter Jeuken)

 Probleem en plan

Op diversen locaties langs de regionale en primaire waterkeringen van waterschap Aa en Maas is in 2017 koolzaad geconstateerd. Hierop heeft het waterschap en proef uitgevoerd om te kijken wat de gevolgen zijn van verschillende manieren van onderhoud.

  • Vak 1 maaien en afvoeren
  • Vak 2 maaien, afvoeren en compost aanbrengen
  • Vak 3 maaien, afvoeren, compost aanbrengen en doorzaaien
  • Vak 4 verkleinen
  • Vak 5 maaien, afvoeren en doorzaaien
  • Vak 6 éénmaal maaien, afvoeren conform 2 maaibeurt in het maaibestek
  • Vak 7 maaien en afvoeren

Vak 1-6: de waterkering is een schrale zanddijk.

Aanpak

De doorlooptijd van de proef was april t/m september 2017. De periode waarin de proef plaatsvond was t/m augustus een erg droge periode.

Op dinsdag 25 april zijn de taluds op bovengenoemd proefstukken voor het eerst gemaaid i.v.m. de ontwikkeling van de zaadzetting van het koolzaad behalve vak 6. Normaal wordt deze kering 2x per jaar gemaaid en is de eerste maaibeurt bij deze gedeelten waterkering tussen 15 juni 2017 en 2 juli 2017. De tweede maaibeurt tussen 10 september en 24 september. Op 19 juli zijn alle stukken nogmaals gemaaid i.v.m. ongewenste soorten die er groeiden, zoals de akkerdistel en bramen. In de eerste week van oktober zijn de taluds nogmaals gemaaid voor de 3e keer om het gras niet te lang de winter in te laten gaan.

Resultaten en conclusies

Het maaien van het koolzaad voordat deze zaait blijkt vooralsnog uit de proef effectief te zijn, het koolzaad is op die locaties niet meer teruggekomen. Eind april was in dit geval een goed tijdstip, dit zal mede afhankelijk zijn van het weer in het voorjaar.

Het stuk waar compost aangebracht is en de kering is doorgezaaid met een D2-grasmengsel, lijkt het beste uit de proef te komen. Er dient wel rekening mee gehouden met het feit dat deze kering van zijn nature erg schraal is.

Door het tijdig maaien van het koolzaad voordat deze zichzelf zaait zorgt er in de ogen van de beheerder voor dat deze in dat jaar niet nogmaals terugkomt. Het aanbrengen van compost in combinatie met een grasmengsel draagt er tevens aan bij om tot een betere en sterkere grasmat te komen.

Hieronder staat een fotoserie met een opname in de maanden mei-september.

In 2020 had Waterschap Aa en Maas een explosie van koolzaad op de dijken. Ze hebben de ergste plekken geïnventariseerd en gecontroleerd op beschermde flora en fauna.

De ingreep vindt plaats op het hoogtepunt van de bloei, voordat de plant tot zaadzetting komt. Zaden mogen zich niet verspreiden. De maai-zuigbak werkt op ongeveer 30 boven het maaiveld waardoor alleen de bovenkant van de koolzaad wordt afgemaaid, waarin de bloemen zitten. Het grote voordeel is dat de onderstaande vegetatie wordt gespaard, waardoor er binnen korte tijd weer nieuwe bloemen op de dijk groeien.  De kleine hoekjes waar de aannemer niet bij kon, zijn met de hand afgemaaid.

Waar het koolzaad vrij dicht heeft gestaan, staat weinig andere vegetatie, hier ontstaan kale plekken na het maaien.