De Handreiking Inspectie Waterkeringen 2012 definieert inspectie als ‘toezicht houden of nauwkeurig in ogenschouw nemen’.
In ogenschouw nemen hebben we uitgewerkt bij inspectie.
Toezicht houden op de grasbekleding kan vanuit drie invalshoeken:
De beheerder kan op een aangekondigde/gepubliceerde datum een schouwronde uitvoeren en controleren of het onderhoud voldoende is uitgevoerd, mits de Keur daar in voorziet. Het is gebruikelijk om perceelseigenaren die in gebreke blijven hierop aan te spreken, een formele aanschrijving te doen en zo nodig eventueel bestuursdwang uit te oefenen. Dat laatste houdt in dat door of namens het waterschap het onderhoud wordt uitgevoerd voor rekening van de perceelseigenaar.
De waterkeringbeheerder heeft de bevoegdheid om toezicht te houden op het onderhoud dat eigenaren van percelen binnen de zone van het waterstaatswerk uitvoeren. Bij waterschappen is dat geregeld in de Keur en de Legger. Toezicht houden op het onderhoud dat door of namens de waterkeringbeheerder wordt uitgevoerd hoort bij de bekende taken van de waterkeringbeheerder en omvat heel veel aspecten. Die zijn meer contractueel en organisatorisch van aard en behandelen we hier verder niet. Dit toezicht is een sterk maar noodzakelijk middel om het essentiële onderhoud aan de bekleding te laten uitvoeren. Gras kan snel en sterk verruigen wanneer maaibeurten achterwege blijven.
De waterkeringbeheerder heeft de bevoegdheid om toezicht te houden op handelingen die slecht zijn voor de grasbekleding en hier handhavend tegen op te treden. Bij waterschappen is dat geregeld in de Keur. Voorbeelden hiervan zijn stort van (tuin)afval en bemesting.
De inspecteur kan dit melden waarna een handhaver de bevoegdheid heeft op te treden. Dit proces verschilt per waterkeringbeheerder: we gaan er verder niet op in.