Het afschuiven van de kleilaag kan een gevolg zijn van openbarsten, van afschuiven of van een combinatie.
Het afschuiven van de kleilaag van het buitentalud kan plaatsvinden als gevolg van golfwerking in combinatie met een hoge grondwaterstand in het zand onder de kleilaag (indien aanwezig). Op het moment van maximale golfterugtrekking heerst er een ongunstig buitenwaarts gericht verhang over de kleilaag, waardoor deze kan opdrukken en/of afschuiven.
Figuur 7.5 [Fenomenlogische beschrijving grasbekleding, WBI2017] laat het punt van maximale golfterugtrekking zien wanneer het drukverschil het grootst is. Als de druk te hoog wordt, wordt verondersteld dat de kleilaag openbarst wat betekent dat de klei met de graszode breekt (figuur 7.6)[Fenomenlogische beschrijving grasbekleding, WBI2017].
Ook zonder opdrukken kan de kleilaag onder de bekleding falen. Bij een steile taludhelling kan door een combinatie van het gewicht en de kleilaag en taludhelling de kleilaag evenwijdig aan het talud afschuiven waardoor er een scheur in de grasbekleding ontstaat (figuur 7.7)[Fenomenlogische beschrijving grasbekleding, WBI2017].
Een derde mogelijkheid van falen is een combinatie van het opdrukken en openbarsten van de kleilaag aansluitend gevolgd door het afschuiven de bovenliggende kleilaag (Figuur 7.8) [Fenomenlogische beschrijving grasbekleding, WBI2017].