De beheerder moet een risicoafweging maken voor de eerste winter. Onderstaand gaan we in op de achtergrond, de afweging en de mogelijkheden.
In principe wordt deze keuze gemaakt binnen een project. Onderhoud kan van dezelfde afweging gebruik maken.
Achtergrond
‘In het geval dat een kleibekleding van stevige klei het stormseizoen ingaat voordat zich een geschikte graszode heeft ontwikkeld, kan gebruik gemaakt worden van de relatief zeer hoge bestendigheid van geroerde verdichte kleigrond. Indien de golfbelasting niet hoog is, zoals in het grootste deel van het rivierengebied, volstaat bij het ontbreken van een graszode om de het talud van stevige klei te verdichten en glad af te werken. Een dergelijk talud kan belasting van beperkte golfhoogte (Hs = 0,75 – 1,0 m) gedurende vele dagen doorstaan zonder relevante schade. Mocht toch een hogere, maar niet zeer hoge belasting optreden, dan zal in de strekkingen geen schade ontstaan die de veiligheid bedreigd als de kleibekleding voldoende dik is (0,8 m of meer) en over de gehele dikte voldoende verdicht is. (…) Waar schrale klei wordt toegepast aan het maaiveld, moet rekening worden gehouden met het optreden van kleine beschadigingen op taluds (kleine afschuivingen en geulvorming) vanwege de in de eerste jaren geringe stabiliteit op decimeterschaal van de toplaag en effecten van intense buien.’ [Van Meurs&Kruse, 2017, p.31]
Keuzes
De beheerder heeft in de voorbereiding op de eerste winter na aanleg diverse keuzemogelijkheden:
Uitstel
‘De zwakte van het eerste seizoen kan worden ondervangen door de erosiebestendige klei voor de eerste winter te verdichten en glad af te werken, om vervolgens de teeltlaag van zandiger klei in het voorjaar aan te brengen. (…) Na inzaaien kan het talud glad worden afgewerkt wat het kiemen van het zaad ten goede komt en de schrale klei minder gevoelig maakt voor erosie door regenval. Dit neemt niet weg dat de grasbekleding in alle gevallen enkele seizoenen relatief kwetsbaar is.’ [RWS, 2012, p.24]
Snelle start
Een groene dijk in de winter kan worden bereikt door in te zaaien met een snelle starters, waaronder eenjarige grassoorten. Bepaalde leveranciers leveren mengsels die al ontkiemen bij bodemtemperaturen van 6 graden Celsius, maar dit mengsel bestaat soms slechts uit enkele soorten. Voor een dijkbeheerders is dit niet een goede optie voor een blijvende erosiebestendigheid, de snelle starter kan dus hooguit als bijmenging worden toegepast. Voorbeelden van deze soorten zijn Westerwolds raaigras en Italiaans raaigras. Beide soorten kiemen relatief snel en zorgen daarna snel voor een tamelijk dichte grasmat. De grasmat heeft weliswaar een voldoende bedekking op maaiveldniveau maar nog geen dichte, diepgaande doorworteling. De eenjarige grassoorten zijn ook in het tweede jaar na inzaai nog in zeker mate aanwezig in de vegetatie maar nemen daarna geleidelijk af. Wanneer direct bij inzaai met de eenjarige grassoort een mengsel met lange termijn perspectief is mee gezaaid, nemen de soorten uit dit mengsel geleidelijk de plaats van de eenjarige grassoort in.
Een voorbeeld van een dergelijk mengsel is BTK1100 of SOS-mengsel. De kans bestaat dat de grasbekleding grotendeels na kiemen uit Rood zwenkgras (60% aandeel in mengsel) gaat bestaan dat er door dominantie voor zorgt dat een vegetatie zich slechts langzaam ontwikkelt naar een soortenrijkere grasbekleding.
Maatwerk
Kleinschalig is ook maatwerk mogelijk, zoals op reparatieplekken. Waterschap Drents-Overijsselse Delta heeft ervaring opgedaan met een licht- en luchtdoorlatend weefsel. Deze bleek in het vroege voorjaar groeibevorderend, als een soort broeikasje te werken.