Skip to main content
Maaisel
Afdekking-maaisel
Afdekking maaisel (Digigids)
Afdekking-maaisel
Afdekking maaisel (Digigids)
Blad
Afdekking-blad
Afdekking blad (Digigids)
Afdekking-blad
Afdekking blad (Digigids)
Hooirol
Afdekking-hooirol
Afdekking hooirol (Digigids)
Afdekking-hooirol
Afdekking hooirol (Digigids)

Waarneming

Afdekken van grasbekleding door materialen zoals bouw- of snoeiafval, containers, bladval of maaisel dat niet is geruimd. Zie ook drijfvuil.
We maken onderscheid in:

  • afdekking die blijvend is, zoals bouwafval of een container die ergens is geplaatst;
  • afdekking die weer afbreekt en doorgroeit, zoals delen van drijfvuil, maaisel of blad.

Ondanks het verschil leveren beide soorten een risico op voor de waterkering.

Voor meer afbeeldingen, zie Digigids > afdekking.

Oorzaak

Afdekking ontstaat als maaisel, blad, grond of (bouw)materialen langer dan een paar dagen (2-5) blijft liggen en de grassen en kruiden afdekt.

Bronnen van de afdekking kunnen zijn:

  • Keur: opslag of dumpen van afval op de grasbekleding. Plaatsen van vele soorten materialen zoals slootmaaisel en -bagger.
  • Technisch: natuurlijke of dierlijke activiteit (bladval, takken of (bouw)materiaal na storm of afdekking door graverij). Door stuifzand vanuit duinen. (Vloedmerk, drijfvuil: zie schadebeeld drijfvuil).
  • Beheer: maaien zonder opruimen, grondwerk, opslag afval, opslag hooirollen, slootmaaisel en -bagger.

Risico en ontwikkeling

  1. Door afdekking ontstaan kale plekken waar erosie op kan treden. Het WBI2017 hanteert criteria van 15x15x10 cm (lxbxd) of een opening in de wortelzone van 20 cm (zodeproef).
  2. Door afdekking krijgt de zode gebrek aan zonlicht en sterft deze daardoor langzaam af .
  3. Door afdekking ontstaan kale plekken waar onkruiden de kans krijgen en de erosiebestendigheid en de ecologische kwaliteit achteruit gaat.  De vertering van het maaisel geeft verrijking met nutriënten waardoor de kans op verruiging bestaat.
  4. Als een plek eenmaal kaal is, is de kans groot dat deze zich uitbreidt door ontwikkeling van onkruiden. Als onkruiden worden bestreden en het gras wordt gemaaid zullen kleine plekken dichtgroeien.
  5. Imagoschade: een rommelige aanblik van de waterkering kan leiden tot klachten.
  6. Plekken waar materialen zijn gestort hebben een aantrekkingskracht op anderen om er meer materiaal bij te storten.

Mogelijke maatregel

Het is nodig de afdekking te verwijderen als deze leidt tot sterfte van de zode waarbij de doorworteling over meer dan 20 cm. verdwijnt. Dit is een criterium voor het beoordelen van de graskwaliteit. Een beperkte hoeveelheid blad of maaisel kan het gras wel remmen in ontwikkeling maar hoeft in dat geval niet tot sterfte van de grasmat te leiden.

Dat kan door:

  • Keur: overtreder sommeren afdekking te verwijderen en herstel maatregelen als uitvlakken en/of inzaaien uit te laten voeren. Of als beheerder dit op kosten van overtreder zelf uit te voeren (bestuursdwang).
  • Technisch: afdekking verwijderen en egaliseren en/of inzaaien, gerichte bemesting, frequent maaien tegen verruiging. Bestrijding probleemsoorten. Tegengaan stuifzand door aanplant en schermen, stuifzand afschrapen.
  • Beheer: maai- of beweidingsvorm- en/of frequentie tijdelijk aanpassen om kale plekken of ongewenste soorten tegen te gaan. Bij slootvuil afspraken maken over gebruik van een andere zone waar dit materiaal wordt afgezet of over het geheel afvoeren. Hooirollen weghalen binnen 5 dagen.

Bij grote beschadigingen tijdens of vlak voor het risicoseizoen kan een noodmaatregel als bekramming worden aangebracht of op voorraad gelegd.

Meer informatie

Wiki noodmaatregelen.

Veldkaart beoordeling grasbekleding voor indicaties van schades.

Gegevensbeheer

  1. Locatie van de schade: xy(z)
  2. Locatie van de schade: koppeling aan bouwdeel.
  3. Ernst van de schade: gering-serieus-ernstig (NEN).
  4. Intensiteit van de schade: goed-redelijk-matig-slecht (Digigids) of begin-gevorderd-eindstadium (NEN).
  5. Omvang van de schade: in oppervlakte m2 of in aandeel van een bouwdeel %klasse: incidenteel-plaatselijk-regelmatig-aanzienlijk-algemeen (NEN).
  6. Oorzaak van de schade.
  7. Vervolgactie: toezicht/handhaving of technisch, zie tabblad ‘mogelijke maatregel’.
  8. Hercontrole met evt. vervolgactie.
  9. Aandachtspunt hoogwaterseizoen: vastleggen voor komende risicoseizoen zodat de calamiteitenorganisatie er rekening mee kan houden(inspectie en/of noodmaatregelen).