Skip to main content

Visie, (functie-)eisen en streefbeelden

De waterkeringbeheerders hebben bij het beheren van de waterkering een doel voor ogen. Die formuleren ze in een beheervisie, waarin de functies, functie-eisen en eventueel streefbeelden de visie concreet maken. Het beheer- en onderhoudsplan vormt de basis voor het beheer.

Beheervisie

Waterkeringen maken deel uit van de leefomgeving. Grasbekleding op dijken is beeldbepalend in het landschap. Ze dragen door de ligging en vorm bij aan de verspreiding van planten en dieren. Om de veiligheid van de waterkering te waarborgen is daarom een goede belangenafweging en regulering van activiteiten rond de grasbekleding van de waterkeringen nodig .

De beheervisie waterkeringen is een beschrijving van de gewenste situatie van de grasbekleding. De waterkeringbeheerder bepaalt zelf in welk document hij deze visie beschrijft; het kan bijvoorbeeld in het beheer- en onderhoudsplan staan. Op grond van deze visie voert de waterkeringbeheerder haar beheertaak aan o.a. de grasbekleding uit. Dat komt tot uiting in het beheer en onderhoud en in de manier waarop de waterkeringbeheerder medegebruik toestaat.

Voorbeeld beheervisie: Het buitentalud van waterkeringen willen we vrij maken van vaste afrasteringen vanwege kans op schade bij drijfvuil of zware golfaanval.

Functies en functie-eisen

In de visie worden de functies benoemd die aan de waterkering en aan de grasbekleding gekoppeld zijn.  Uiteindelijk heeft de beheerder hierbij een streefbeeld voor ogen. Maar om van functie naar streefbeeld te gaan is het nodig functie-eisen te formuleren. De functie-eisen zijn concrete en meetbare criteria waaraan de grasbekleding moet voldoen.

De grasbekleding op een dijk heeft als primaire functie om het grondlichaam te beschermen tegen erosie bij belasting door golven, stroming en/of waterstandsverschillen. Naast deze functie is er ruimte voor niet-waterkerende functies, zolang deze het waterkerend vermogen niet negatief beïnvloeden. 

Elke functie kun je in principe een waarde toekennen. Zo is een waarde te geven aan de bijdrage van wilde bijen die nestelen op bloemdijken aan de bestuiving van fruitteelt in de nabije omgeving. Dit is meer het onderwerp van een businesscase, wat buiten het doel van deze handreiking valt. We gaan daarom niet verder in op de waardetoekenning bij de functies.

Onderstaand benoemen we de functie, volgt een korte toelichting daarop of een verwijzing naar een specifieke pagina en formuleren we een voorbeeld of richting voor de functie-eis.

1. Waterveiligheid .

Toelichting: Dit is de primaire functie. Deze hele Handreiking is gewijd aan de waterstaatkundige functie van de grasbekleding. Die werken we daarom niet verder uit op deze pagina.

Eis: Vanuit waterveiligheid is een voorbeeld van een functie-eis ‘het borgen van de waterveiligheid door het grondlichaam te beschermen’. De functie-eis voor de grasbekleding is dan: de grasmat moet bestand zijn tegen belasting door golven in de vorm van golfklappen, stromend water, oplopend water en golfoverslag. Erosiebestendigheid is de mate waarin de grasbekleding bestand is tegen deze belastingen. De mate van doorworteling van de toplaag bepaalt de mate van erosiebestendigheid. Het WBI2017 hanteert hiervoor de categorieën gesloten, open en fragmentarisch. Wanneer er geen sprake is van een golfoverslag, is er op de kruin en het binnentalud meer ruimte voor nevenfuncties van de grasbekleding. Dit komt omdat in dit geval de waterveiligheidsfunctie van de grasbekleding iets minder relevant is.

Op deze poster met een toelichting staat een samenvatting, waarbij wordt gewerkt met de vegetatietypologie uit de VTV2006. De poster is een eenvoudige benadering van de complexe materie [Schoutens, 2017].

2. Ecologie: 

Toelichting: ecologie is een belangrijke nevenfunctie van de waterkering. Op dijken kunnen ecologische waardevolle graslanden voorkomen die de biodiversiteit positief stimuleren.

Voor de kansen, zie

Daar tegenover staat dat een waterkering fourageergebied kan zijn van ganzen. De grasbekleding kan hier stevig onder lijden en het type vegetatie moet van dien aard zijn dat de kiem en wortels als gevolg hiervan niet worden verwijderd.

Eis: Voor deze functie kan de eis zijn ‘Fungeren als Ecologische Verbindingszone (EVZ)’ of ‘deel uit maken van het Natuurnetwerk Nederland (NNN)’. De hiervan afgeleide functie-eis kan zijn: ‘Bevorderen biodiversiteit door kruiden/soortenrijke grasbekleding of specifieke vegetatietypen.’ Het inwilligen van de eisen hangt af van de verwachte belasting. Bij dijktaluds waar de waterstaatkundige functie van gering belang is, is het daardoor bijvoorbeeld mogelijk schralere grond toe te passen en stijgen de kansen voor bijvoorbeeld ecologische functie-eisen.

3. Landschap

Toelichting: Dijken zijn karakteristiek voor Nederland met haar grote rivieren en lange kustzone en bieden vaak nog een weerslag van de kleinschaligheid waarmee ze vroeger werden aangelegd en steeds weer verhoogd en versterkt. Noord-Holland kenmerkt zich door de oude dijken langs droogmakerijen, Zeeland door de vele oude zeedijken die inmiddels in het droge liggen. Het zijn opvallende, lintvormige elementen in het landschap die van oudsher een verbindingsroute vormen voor mensen, dieren en planten. Dit heeft geleid tot een karakteristiek aanzicht van het gebied van de grote rivieren en van de overige gebieden die grenzen aan het ‘bedreigende’ water.

In de 90er jaren van de vorige eeuw is (vaak met succes) gestreden voor het behoud van deze karakteristieke aanblik bij dijkversterkingsrondes. De enorme groene zeedijken die sinds de ramp in 1953 zijn aangelegd, zijn trouwens inmiddels ook karakteristiek voor ons deltaland. Voor het historische begrip, zie: de achteruitgang van dijkgraslanden in de periode 1950-1990, beschreven bij soortenrijke dijken.

De grasbekleding kan een bijdrage leveren aan de inpassing van de kering in het landschap om zo de landschappelijke waarde van het gebied te versterken.

Eis: De landschappelijke functie-eisen zijn sterk afhankelijk van de omgeving waarin de waterkering ligt. Het behouden van landschappelijke waarden en het waar mogelijk versterken van deze waarden is een mogelijk streefbeeld voor waterkering. Dit kan door het toestaan van beweiding, omdat dit gebruikelijk is in de omgeving. Ook kan een korte en nette grasmat (gazonbeheer) een landschappelijke functie-eis zijn voor het inpassen van de waterkering in het omliggende landschap

4. Landbouw

Toelichting: Agrariërs willen de grasbekleding op dijken graag gebruiken voor beweiding van vee of als hooiland. Hierbij wenst men gras of maaisel dat voldoet aan de agrarische eisen.

Zie ook licht agrarische functie.

Eis: Vanuit het oogpunt van de landbouw is een mogelijke functie-eis dat de taluds van de waterkering bereikbaar zijn voor grazers, bijvoorbeeld op boezemkades. Een functie-eis die hierbij aansluit is ‘de grasbekleding op de waterkering moet bereikbaar zijn vanuit aanliggende agrarische percelen’.

5. Recreatie

Toelichting: Vanuit recreatie kunnen functie-eisen erg verschillen afhankelijk van de betreffende functie. Zoals een fiets- of wandelroute, losloopplaats voor honden, struinroutes, zonneweide, maar ook voor kunst of evenementen.

Eis: Recreatie kent vele vormen en de streefbeelden zijn dan ook zeer divers. Hierbij valt te denken aan het openbaar stellen van bepaalde trajecten voor wandelaars, als zonneweides of het organiseren van evenementen. Een mogelijk streefbeeld met betrekking tot recreatie is dat dit is toegestaan op de waterkering als de grasbekleding maar geen beschadigingen oploopt. Een functie-eis bij wandelroutes is dat het gras begaanbaar moet blijven: niet lang mag worden en dus vaker gemaaid wordt tot ruw gras of gazonlengte.

6. Verkeer

Toelichting: Het bermgras langs de wegen moet voldoen aan de verkeersveiligheidseisen.

Eis: Vanuit het oogpunt van verkeer kan een functie-eis zijn dat de overgang van de berm naar de verharding een gesloten grasbekleding moet zijn in verband met eventuele erosie bij overslag. Of juist een berijdbare berm met een halfverharding of doorgroeistenen.

7. Bebouwing

Toelichting: Grondeigenaren willen zelf betrokken zijn bij het perceel rond de bebouwing.

Eis: rond bebouwing gaat het vaak om een nevenfunctie als tuin of openbare ruimte. De eis aan de grasbekleding is dat deze kort en netjes moet zijn: gazon. 

Soms willen gemeentes en bewoners ook investeren in soortenrijke dijken en is het mogelijk die rond bebouwing dit te realiseren. Eisen: zie boven bij 1 en 2.

8. Ondergrondse infrastructuur

Toelichting: leidingstroken zijn bezwaard met zakelijke rechten en kunnen worden open gegraven.

Eis: Aan leidingstroken kent de keringbeheerder geen ecologische waarden toe.

Streefbeelden

Een streefbeeld vertaalt de visie voor de grasbekleding naar een concretere uitwerking: een kwaliteitsbeeld dat meetbaar is.

De streefbeelden zijn gebaseerd op landelijke kaders en wetgeving, (bestuurlijke) keuzes, de ligging van de dijk en de potentie van de grasbekleding. Daarnaast moeten de streefbeelden realiseerbaar zijn en tijdgebonden.

De streefbeelden voor grasbekleding worden op verschillende manieren verwoord door de waterkeringbeheerders. Zo kan een waterkeringbeheerder er voor kiezen om:

Beemsterboer [2024] deed onderzoek naar het vinden van een optimale balans tussen dijksterkte en biodiversiteit in het Nederlandse dijkbeheer. Ondanks dat dit onderzoek zich richtte op biodiversiteit, ontwikkelt ze een bruikbaar instrument dat toepasbaar is voor meer beleidsdoelen. Beemsterboer introduceert keuzeschema's die een relatie leggen tussen visie, beleidsdoelen, beheermaatregelen en monitoringsmethoden.

Onderstaand twee figuren uit haar rapport en een download met de toelichting daarop.

Keuzeschema beleidsdoelen [Beemsterboer, 2024]
Keuzeschema Beleidsdoelen
Keuzeschema biodiversiteit, beheer en monitoring [Beemsterboer, 2024]
Keuzeschema Biodiversiteit, Beheer en Monitoring
Soortenrijk Glanshaverhooiland (foto EurEco)
Soortenrijk Glanshaverhooiland (foto EurEco)

Beheer- en onderhoudsplan

Zie ook: beheerplan en onderhoudsplan.

Toekenning van de functies, streefbeelden en functie-eisen van de grasbekleding gaat van grof (beheergebied) naar fijn (dijkvak), waarbij deze kunnen verschillen zowel in lengte richting als in dwarsrichting. De beheervisie beschrijft op grove lijnen de streefbeelden van de keringbeheerder. Op fijn niveau gebeurt dit in beheer- en onderhouds- of instandhoudingplannen (verschillende organisatie hanteren geven uiteenlopende namen aan hetzelfde type plan). Het uitwerken van functie-eisen per streefbeeld met betrekking tot grasbekleding gebeurt ook in het beheer- en onderhoudsplan. Het detailniveau waarop de functies, streefbeelden en functie-eisen zijn uitgewerkt per dijkvak is een afweging tussen maatwerk en inspanning.

In beheer- en onderhoudsplannen verwoordt de waterkeringbeheerder onder andere hoe de streefbeelden ten opzichte van de grasbekleding te bereiken via het beheer- en onderhoud of hoe de streefbeelden in stand te houden.

De figuur geeft een voorbeeld weer van het tot stand komen van een streefbeeld voor graslanden op de waterkering. Het stroomschema laat de waterkeringbeheerder aan de hand van de veiligheidsnormering (geen, laag, middel en hoog), ecologische waarde op basis van biodiversiteit en input vanuit de omgeving een vegetatietype als streefbeeld bepalen.

Onderstaande figuur is afkomstig uit een presentatie van P. Boone, Waterschap Vallei en Veluwe. Bekijk de videoregistratie op de kennisdag 2017.