Zout heeft een remmende invloed op de gewenste vegetatie.
“De grasbekleding dient een zoutgehalte niet hoger dan 4 g/l te hebben om kale plekken in de begroeiing te voorkomen. Voor andere vegetatie typen kunnen andere zoutgehalten van toepassing zijn. Opgemerkt wordt dat het ontzilten van een ca. 1 m dikke laag zoute cohesieve grond boven grondwaterpeil 1-3 jaar duurt en dat het vormen van een gesloten graszode dus langer zal duren dan bij zoete cohesieve grond. Opgemerkt wordt dat in gebieden waarbij het grondwater relatief zout is, de zoutgehaltes tot minstens 1 m boven gemiddeld hoog water en voor minstens tientallen jaren hoog zijn.” [Van Meurs&Kruse, 2017, p.6]
Sprangers [1989] schrijft dat in een onderzoek uit 1946 is gebleken dat er op zeedijken zoutminnende planten voorkwamen. Door versterkingen zijn die verdwenen. Hij beschrijft de aantasting van de zode door inwaaiend en opspattend zout water net boven de asfaltglooiing. Ook beschrijft hij de slechte staat van een grasmat die veel invloed ondervindt van sterke golfoploop en zoutaanvoer. De afwisseling van omgevingsfactoren (zout-zoet, mechanische aantasting) in samenhang met beheer kunnen de oorzaak zijn voor afsterven van de zode in de winter en onvoldoende herstel in de zomer.
In een tweede studie [1996] concludeert hij dat het effect van regionale spreiding van vegetatietypen op zeedijken eerder het gevolg lijkt te zijn van het verschil in beheer dan van geografische verschillen. Het zoutgehalte werd in deze studie niet als variabele onderzocht.
Wat is het goede zoutgehalte bij de aanleg?
De eis zoutgehalte is maximaal 4 gram NaCl/liter bodemvocht.