Jakobskruiskruid (Jacobaea vulgaris) is een veelvoorkomende soort op de dijken, in het verleden veel uitgezaaid in wegbermen om zijn goed doorwortelende eigenschappen.
Jakobskruiskruid (Jacobaea vulgaris) is een veelvoorkomende soort op de dijken, in het verleden veel uitgezaaid in wegbermen om zijn goed doorwortelende eigenschappen. Jakobskruiskruid is een inheemse, tweejarige plant tot 1 meter hoog met gele bloemhoofdjes. In ieder bloemhoofd zit een krans van 13 gele lintbloemen, naast tientallen buisbloemen. Het is een voorjaar-, zomer- en herfstbloeier (april-september) en het zaad kiemt in het najaar. Dan valt er vaak neerslag en kan de kiemplant snel uitgroeien en een tamelijk groot wortelstelsel vormen. De zaadjes verplaatsen zich gemakkelijk met de wind. De bladeren zijn ingesneden en veerdelig met een gelobde bladrand. Jakobskruiskruid is een pioniersoort en bij een gesloten grasbekleding vestigt Jakobskruiskruid zich niet snel.
Jakobskruiskruid is voor de erosiebestendigheid van de grasbekleding geen probleem.
De soort wordt wel als een probleem ervaren, aangezien het eten van deze plant door o.a. paarden en runderen kan leiden tot het overlijden van deze dieren, maar ook voor mensen kunnen de gifstoffen via eten van honing binnenkomen [Bos, 2013]. Daardoor is maaisel van de waterkeringen met Jakobskruiskruid er in niet af te zetten als veevoer. Dit is kostenverhogend en het maaisel moet op een andere mogelijk minder duurzame, manier worden afgezet.
Bos noemt de volgende oorzaken voor problemen met de plant:
Bos [2013] beschrijft de volgende maatregelen tegen Jakobskruiskruid:
Algemeen
Voordat er gestart mag worden met bestrijdingsmaatregelen, dient er eerst overlegd te worden metbetrokken collega’s op het gebied van ecologie, beheer en onderhoud. Omdat de methodes verschillen in arbeidsintensiviteit, is de aanpak afhankelijk van het aantal planten.
Machinaal verwijderen
Twee keer maaien en afvoeren helpt in het terugdringen van Jakobskruiskruid. De eerste maaibeurt moet dan plaatsvinden voor de zaadzetting. Dit betekent eind juni/begin juli de eerste maaibeurt. Het maaisel dat afgevoerd wordt mag niet als veevoer worden afgezet.
Ook ‘hoog maaien’ leverde bij een pilot een aanzienlijke afname op van 66%. Blijkbaar remt een hogere vegetatie de kieming van de lichtkiemer Jakobskruiskruid.
Handmatig verwijderen
Jakobskruiskruid is goed met de hand te verwijderen. Let er hierbij op dat de wortels meegetrokken worden.
Begrazen
Schapen en geiten kunnen Jacobskruiskruid verteren zonder daar schade aan te ondervinden (Cheeke, 1984) in [Louis Bolk Instituut, ongedateerd]. Deze grazers kunnen dus worden ingezet al bij machinaal verwijderen.
Chemisch bestrijden
Deze methode is wettelijk gezien niet toegestaan. In de pilot die is uitgevoerd door Waterschap Rivierenland [EurEco, 2015] is deze methode nog wel beschreven, maar nu dus geen optie meer.
Wat werkt wel?
Wat werkt niet?
We hebben nog geen beschrijvingen van bestrijdingsmethoden die niet effectief zijn.
Er is geen wettelijk kader voor Jakobskruiskruid.
Chemische bestrijding is niet toegestaan. Voor meer informatie over gebruik van biociden bij probleemsoorten, zie de pagina over Gewasbeschermingsmiddelen en biociden.
Jakobskruiskruid staat niet in de Digigids, onkruid klein als risicosoort. omdat de soort doorgaans geen invloed heeft op de erosiebestendigheid van de grasbekleding.
Uit een 10 jaar durend experiment over bestrijding van Jakobskruiskruid, met 11 beheervarianten en toepassingen van chemische bestrijdingsmiddelen, kwam naar voren dat een aangepast maaibeheer (vroeg maaien; tijdens de bloei en doorzaaien met grassen en kruiden) vrijwel hetzelfde effect oplevert als de chemische bestrijding met MCPA. Bij ‘vroeg maaien’ nam het aantal exemplaren van Jakobskruiskruid ten opzichte van het reguliere beheer af met 82%, bij toepassing van MCPA met 86%. Onder vroeg maaien wordt verstaan het maaien tijdens de bloei van Jakobskruidkruid (zie brochure van Louis Bolk Instituut, ongedateerd). Ook ‘hoog maaien’ leverde een aanzienlijke afname op van 66%. Blijkbaar remt een hogere vegetatie de kieming van de lichtkiemer Jakobskruiskruid.
De blauwe lijn in figuur 014 is de ontwikkeling van de planten in het referentievak met regulier beheer die jaarlijks op 100% is gesteld. De donkergroene lijn met het aangepaste maaibeheer (vroeg maaien en doorzaaien met grassen en kruiden) laat op lange termijn erg goede resultaten zien. Het resultaat is een duurzaam evenwicht. (bron: Pilot Jakobskruiskruid, Eureco, 2015)
Toepassing van PrimStar (combinatie van Primus en Starane: ‘selectieve bestrijdingsmiddelen’) liet zien dat vooral het moment van toepassing van belang was voor het effect ervan. Alleen toepassing tijdens de groei van de te bestrijden soort, in dit geval Jakobskruiskruid, levert een positieve bijdrage aan de bestrijding.
Eenmalige bemesting met de meststof Urean had slechts een kortdurend positief effect op de sluiting van de grasmat en daarmee op de afname van Jakobskruiskruid. Al in het tweede jaar na toepassing werd de zode al weer meer open en nam het aantal exemplaren van Jakobskruiskruid weer sterk toe.