Skip to main content

Ruigte

De parameter ‘ruigte‘ hoorde tot en met 2018 tot de parameter ‘ruigte en houtopslag’. Door enkele wezenlijke verschillen is deze gecombineerde parameter gesplitst in twee afzonderlijke parameters.

Maaien en beweiding, te kort begraasd (Digigids)
Maaien en beweiding, te extensief begraasd waardoor ruigte ontstaat (Digigids)

Waarneming

Ruigte betreft overjarige vegetatie die niet houtachtig is.

Voor meer afbeeldingen: zie Digigids: ruigte.

Oorzaak

  • Keur: onvoldoende toezicht op het gewenste onderhoud volgens Keur.
  • Technisch: bij het onderhoud onjuist omgaan met maaitijdstippen: te lage maai- of beweidingsfrequentie. Beweiding zonder bloten.
  • Beheer: geen minimaal kwaliteitsniveau bepaald. Onvoldoende inspectie of prioriteit voor maaien/beweiden.

Risico en ontwikkeling

Welk risico bestaat voor de waterkering: Slechte kwaliteit grasbekleding inclusief doorworteling, onvoldoende erosiebestendigheid en daardoor kans op erosie. Kans op graverij en kans dat die niet wordt ontdekt door de ruigte. Kans op houtopslag.

Hoe kan de waargenomen parameter zich ontwikkelen zonder correctieve ingreep: alle drie de risico’s kunnen zich verder ontwikkelen waardoor de waterveiligheid afneemt. Bij graverij groot kan dit tot een watervoerende gang leiden.

Mogelijke maatregel

  • Keur: derden aanspreken op onderhoudsverplichting.
  • Technisch: maaien van de ruigte en uitvoeren herstelbeheer om te komen tot de vereiste erosiebestendigheid met bijbehorende grasbekleding.
  • Beheer: beschrijven van inspectie-, onderhouds-methoden en frequenties en vergunningsvoorwaarden.

Meer informatie

  • Bronnen waar meer informatie te vinden is: n.v.t.
  • Diagnose en prognose: afhankelijk van de hydraulische belasting vormt ruigte op termijn altijd bedreiging voor de waterveiligheid omdat de erosiebestendigheid afneemt, of kans op houtachtigen en onkruiden toeneemt. Je moet ruigte dus altijd aanpakken. Het laten ontwikkelen leidt tot toenemende kosten bij de maatregel.

Gegevensbeheer

  1. Locatie van de schade: xy(z)
  2. Locatie van de schade: koppeling aan bouwdeel
  3. Ernst van de schade: gering-serieus-ernstig (NEN)
  4. Omvang van de schade: in oppervlakte m2 of in aandeel van een bouwdeel %klasse: incidenteel-plaatselijk-regelmatig-aanzienlijk-algemeen (NEN)
  5. Intensiteit van de schade: goed-redelijk-matig-slecht (Digigids) of begin-gevorderd-eindstadium (NEN)
  6. Oorzaak van de schade
  7. Vervolgactie: toezicht/handhaving of technisch, zie tabblad ‘mogelijke maatregel’
  8. Aandachtspunten hoogwaterseizoen.