Basisprincipes beheer grasbekleding

De waterkeringbeheerder zorgt bij de aanleg voor:

• Juist dijkontwerp (o.a. stabiele taluds, goede aansluiting tussen lagen, overgangen tussen bekledingen, overgangen in taludhelling, overgangen naar achterland, gladde/egale taluds).
• Goede ondergrond creëren (grondsoort geschikt voor ontwikkeling en bestendigen grasbekleding).
• Juiste zadenmengsel toepassen.
• Goed ontwikkelbeheer richting de doelvegetatie.

In de beheerfase zorgt de beheerder voor: 

• Een goed doordacht beheerplan met de keuze voor maaien of beweiden. Zo nodig specifiek beheer voor o.a. soortenrijke of bloemdijken.
• Snel en doeltreffende onderhoud als er schades voorkomen of ongewenste soorten groeien.
• De juiste uitvoering van dat onderhoud afgestemd op de doelen en omstandigheden.

Om dit onderhoud tijdig en toegespitst te kunnen uitvoeren moet er regelmatig geïnspecteerd  worden. En om de toestand van de grasbekleding mee te kunnen meenemen met de beoordelingsronde.

[deels Infram, 2017].