Het gebruikte zaad van het kruidenrijke mengsel dient van Nederlands autochtoon materiaal te zijn. Wat valt hieronder?
Vanuit de Handreiking stellen we de volgende regionale herkomst voor autochtoon zaad voor.
Autochtoon zadenmateriaal wil zeggen dat de zaden oorspronkelijk uit Nederland afkomstig zijn en ook in Nederland vermeerderd zijn. Gezien de schaarste van zaad op dit moment is niet-autochtoon materiaal acceptabel, wanneer de zaden uit West-Duitsland of België afkomstig zijn (zie kaartje) en in ditzelfde gebied vermeerderd zijn.
In alle gevallen is het wenselijk om de wildvorm van grassen en kruiden toe te passen, wat betekent dat er in het teeltproces genetisch breed uitgangsmateriaal is gebruikt en geen doelbewuste selectie op bepaalde eigenschappen (zoals een snelle groei) heeft plaatsgevonden.
Voor regionaal specifieke soorten heeft het de voorkeur om die zo mogelijk regionaal (handmatig) te winnen voor het behoud van genetische diversiteit.
Het kaartje omvat nog een groot deel van West-Duitsland omdat sommige soorten uit het mengsel Dijken Basis Kruiden nog niet (voldoende) in Nederland wordt geteeld. Mogelijk dat dit materiaal de komende jaren meer beschikbaar komt uit Nederland zelf.