Skip to main content

Reuzenberenklauw

Reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum)

Reuzenberenklauw bestrijden met schapen (foto Noorderzijlvest)
Reuzenberenklauw bestrijden met schapen (foto Noorderzijlvest)
Reuzenbereklauw (Digigids)
Reuzenbereklauw (Digigids)

Kenmerken

Reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum)

Twee‐of meerjarige plant met stevige penwortel. Bladeren tot 60 cm lang, diep ingesneden en getand. Stengel rood‐paars gevlekt, 5 tot 10 cm dik, tot 3 meter lang. Grote, samengestelde schermen met witte bloemen, 20 tot 50 cm doorsnee. Elk scherm heeft 50 tot 120 stralen. Reuzenberenklauw lijkt op de inheemse Gewone berenklauw.

Voortplanting: verspreiding door zaden via de wind. Zaad behoudt zijn kiemkracht tot 7 jaar lang. Komt eind maart, half april op. Het tweede jaar gaat de plant bloeien. Meestal sterft de plant na de bloei af, maar het komt ook voor dat de plant vanuit de oude wortel doorleeft en een volgende jaar opnieuw bloeit. Bloeiperiode van juni t/m juli. Berenklauw kan vrij diep wortelen (stevige penwortel), waardoor uitputting enige tijd in beslag neemt.

Problematiek

Deze invasieve exoot verspreidt zich gemakkelijk via zaden. De Reuzenberenklauw op dijken is meestal ontsnapt uit tuinen of van stortplaatsen waarop Reuzenberenklauw vaak in groten getale voorkomt. De grote bloemschermen produceren duizenden zaden. Eén individu kan zo snel leiden tot tientallen of honderden individuen die met hun grote bladeren de groei van grassen en kruiden tegenhouden. De zaden kunnen lang overleven in de bodem en kunnen na meerdere jaren nog ontkiemen, dit maakt de bestrijding zeer moeilijk. Doordat de plant zich snel verspreid en grote omvang heeft met een dicht bladerdek (schaduwwerking) kan de grasmat zich niet in stand houden en sterft af. Hierdoor komt de erosiebestendigheid in het geding. Wanneer er veel Reuzenberenklauw op de waterkering groeit is de grasbekleding niet meer te bereiken en niet meer inspecteerbaar. Zie de pagina over Behandeling schadebeelden, onkruid groot.

Daarnaast kan contact met de sappen van de Reuzenberenklauw tot huid‐ of oogbeschadiging leiden onder invloed van zonlicht.

Bestrijdingsmethode

Algemeen

Voordat er gestart mag worden met bestrijdingsmaatregelen, dient er eerst overlegd te worden metbetrokken collega’s op het gebied van ecologie, beheer en onderhoud. Omdat de methodes verschillen in arbeidsintensiviteit, is de aanpak afhankelijk van het aantal planten.

Machinaal verwijderen
Maaien is bij grote kolonies effectief om de situatie te beheersen of geleidelijk in te perken. Voor efficiënt maaibeheer moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: Eerste maaibeurt eind april, begin mei; tenminste vijf keer per groeiseizoen maaien; voor eliminatie minimaal 4 jaar dit maairegime aanhouden en controles tot 7 jaar na start blijven uitvoeren in verband met de kiemkracht van de zaden. Denk aan veiligheidsmaatregelen, zodat werknemers niet in aanraking komen met het fototoxische sap. Maaisel afvoeren. Er moet aandacht zijn voor aangrenzende percelen. Als hier Reuzenberenklauw groeit kan het vanuit die plek continu zaad blijven verspreiden.

Een andere optie is machinaal verwijderen door te frezen. Dit is toegepast door waterschap Limburg (linkt volgt). Elke 3 weken frezen, van april tot september en daarna herprofileren levert een goed resultaat op. Daarna moeten individuele planten worden uitgestoken die nog opkomen. In Limburg is dit toegepast op een traject van 50 meter met taludlengte van 4 meter en een kruin van 4 meter breed. De berenklauw zat over de gehele dijk. Er moet aandacht zijn voor aangrenzende percelen. Als hier Reuzenberenklauw groeit kan het vanuit die plek continu zaad blijven verspreiden.

Handmatig verwijderen
Voor kleine trajecten of individuele planten is handmatig verwijderen een effectieve methode. De werknemers dienen beschermende kledij te dragen om contact met het sap van de Reuzenberenklauw te vermijden. De bestrijding van Reuzenberenklauw gebeurt bij voorkeur door de wortels van de planten in ieder geval 15-20 cm onder de grond uit te steken en de planten te verwijderen. De volgende methode dient (minimaal 2 jaar) te worden gevolgd om effectieve eliminatie te bereiken: Het uitsteken van de planten wordt een eerste keer gedaan in de periode van half mei tot eind mei, voor de planten zaden kunnen vormen. Drie weken na de eerste behandeling (in juni) wordt deze opnieuw toegepast om de overgebleven planten ook te kunnen verwijderen. Als het uitsteken gebeurt aan het begin van de bloei moeten de bloemschermen voor het afknippen ingepakt worden in een zak om verspreiding van (narijpende) zaden te vermijden. Afvoer van planten verdient de voorkeur, mogelijk is ook om plant klein te malen/hakken en te laten liggen. Door de kiemkracht van de zaden moet de locatie nog 7 jaar gemonitord worden of er nieuwe planten gaan groeien.

Begrazen
Begrazen is een geschikte methode om de situatie te beheersen of geleidelijk in te perken. Begrazing door met name schapen en geiten kan voor grote populaties Reuzenberenklauw efficiënt zijn. Als grazers (minimaal 7 jaar) worden ingezet dan moeten de volgende zaken in acht worden genomen. Er bestaan een klein risico dat dieren zichzelf met het sap vergiftigen. Het heeft daarom de voorkeur dieren in te zetten die al met de Reuzenberenklauw bekend zijn. Idealiter worden de grazers aan het begin van het groeiseizoen ingezet. De dieren hebben voorkeur voor jonge planten. De begrazing dient in de periode van voorjaar t/m najaar plaats te vinden om noodbloei (extra zaadproductie om voort te planten wanneer de plant zelf afsterft) te voorkomen en nieuw uitschietende zaailingen te elimineren. Er moet aandacht zijn voor plekken waar de grazers niet kunnen komen, bijvoorbeeld bij aangrenzende percelen. Als hier Reuzenberenklauw groeit kan het vanuit die plek continu zaad blijven verspreiden.

Chemisch bestrijden
Deze optie mag alleen gebruikt worden op waterkeringen (zie pagina over Gewasbeschermingsmiddelen en biociden).

Reuzenberenklauw is gevoelig voor glyfosaat. Bij dichte begroeiing kan behandeling echter slecht worden uitgevoerd omdat niet alle bladeren worden bereikt. Een effectieve behandeling met glyfosaat moet aan de volgende voorwaarden voldoen: Eerste behandeling vroeg in het groeiseizoen (april), als de planten nog aan het uitlopen zijn en de bladeren elkaar nog niet overschaduwen. Tweede behandeling eind mei, begin juni, om nieuw gekiemde zaden te doden. Controle van behandeling in juli, augustus en september. Behandeling moet 4 groeiseizoenen worden toegepast om Reuzenberenklauw uit te roeien. Inspectie van de locatie moet 7 jaar (lengte van de kiemkracht van de zaden) na start van de behandeling worden voortgezet om nieuwe zaailingen tijdig te kunnen elimineren.

Praktijkervaring

Wat werkt wel?

Wat werkt niet?

We hebben nog geen beschrijvingen van bestrijdingsmethoden die niet effectief zijn.

Wettelijk kader

Voor meer informatie over gebruik van biociden bij probleemsoorten, zie de pagina over Gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

Melden nieuwe vindplaatsen

Meld nieuwe vindplaatsen intern en extern (NDFF-app, snapp de exoot-app). Doe dit al bij het vinden van 1 plant, gezien het woekerende karakter.

Zie Digigids, onkruid groot.

Bestrijding Reuzenberenklauw Limburg

(Waterschap Limburg, André Smeets)

De Reuzenberenklauw is een exoot die zich door middel van zaadzetting snel in grote getalen kan vermeerderen. Zijn grote bladeren dekken de bodem compleet af waardoor er geen gras kan groeien. Hierdoor neemt de erosiebestendigheid enorm af en dit is een veiligheidsrisico. Verder vormt de plant ook nog een risico voor de volksgezondheid.

Op de dijk in Well in noord Limburg was een traject bijna geheel begroeid met Reuzenberenklauw. Om de dijk weer “schoon” te krijgen is dit traject drie jaar om de drie weken gemaaid met als doel het aantal planten te reduceren, zaadzetting te voorkomen en ten slotte uit te roeien. Na drie jaar was geen enkele vermindering waar te nemen en is deze proef gestopt.

Vanaf april tot en met september is het talud om de drie weken kapot gefreesd. Bij deze methoden was na elke behandeling een reductie zichtbaar en in september waren vele honderden exemplaren geslonken tot tientallen. De planten die in september nog steeds op kwamen zijn met een kraan uitgegraven en verwijderd. Daarna is het talud opnieuw geprofileerd en weer ingezaaid. Voor het hoogwater seizoen groeide er weer een jonge grasmat op het betreffende traject en lag er doek klaar om bij hoogwater de dijk te kunnen beschermen tegen erosie. In het volgende jaar zijn er met de schop nog enkele exemplaren uitgestoken en nu twee jaar na dit experiment is de dijk nog steeds “schoon” van Reuzenberenklauw. Door vóór het freesexperiment de plant een aantal jaren niet in bloei te laten komen is er een aantal jaren geen zaad op de dijk gekomen waardoor er ook nu geen zaailingen meer opkomen. Experiment geslaagd!