Er zijn meerdere soorten Duizendknoop, waarbij de Japanse duizendknoop (Fallopia japonica) en de Boheemse duizendknoop (Fallopia x bohemica) het meeste voorkomen in Nederland.
Het ministerie van LNV is het bevoegde gezag rond duizenknopen. De uitvoering van toezicht en handhaving ligt bij de NVWA en RVO.
Actuele informatie over Duizendknopen is te vinden via andere sites.
Daar staat ook een link naar een landelijk toepasbaar en breed gedragen protocol met onder meer handreikingen en richtlijnen voor bewustwording, beheersing en voorkomen van verspreiding van Aziatische duizendknopen.
Er zijn meerdere soorten Duizendknoop, waarbij de Japanse duizendknoop (Fallopia japonica) en de Boheemse duizendknoop (Fallopia x bohemica) het meeste voorkomen in Nederland. Andere bekende soorten zijn de Sachalinese duizendknoop (Fallopia sachalinensis) en de Afghaanse duizendknoop (Persicaria wallichii). De bestrijding is voor alle soorten gelijk.
Kenmerken: Lange, bamboeachtige stengels van 2 tot 6 meter lang met duidelijke knopen om de 10 á 15 cm. Groeiwijze als dichte bossage. Grote bladeren. Bloeit met witte trossen van kleine witte bloemen. Wortelstokken tot wel 20 meter lang.
Voorplanting
Vegetatieve voortplanting via wortelstokken of uitlopen van stengels en wortels. De kans dat duizendknoop zich via zaad verspreidt is vrij gering aangezien de meeste exemplaren onvruchtbaar zijn.
Doordat de plant zich snel verspreidt en grote omvang heeft met een dicht bladerdek (schaduwwerking) kan de grasmat zich niet in stand houden en sterft af. Hierdoor komt de erosiebestendigheid in het geding. De wortelstokken moeten volledig verwijderd worden om te voorkomen dat de soort weer opkomt, omdat kleine fragmenten kunnen uitlopen tot nieuwe planten. De Duizendknoop is moeilijk te bestrijden, waardoor het noodzakelijk is om snel op te treden. Daarnaast is de waterkering moeilijk te bereiken en niet meer inspecteerbaar wanneer er veel Duizendknoop groeit.
Zie de pagina over Behandeling schadebeelden, onkruid groot.
Algemeen
Voordat er gestart mag worden met bestrijdingsmaatregelen dient er eerst overlegd te worden met betrokken collega’s op het gebied van ecologie, beheer en onderhoud.
Wanneer er locaties met Duizendknoop worden aangetrokken is het verstandig om deze af te zetten met lint of palen, zodat ze duidelijk zichtbaar zijn voor een aannemer. Daarmee wordt het risico verkleind dat de Duizendknoop ongewild wordt gemaaid en verder verspreid. Wanneer er Duizendknoop in het maaisel zit moet dit worden afgevoerd naar een erkende verwerker, zodat verdere verspreiding wordt voorkomen.
Grond met Japanse duizendknoop mag niet met andere grond worden vermengd om een gecontroleerde afvoer te verzekeren. Bij aankoop of verplaatsing van grond van buiten naar binnen het beheergebied van de waterschappen dient nagevraagd te worden of de grond vrij is van Japanse duizendknoop. Verplaatsingen van grond binnen het beheergebied maar ook van en naar gronddepots dienen geregistreerd te worden met de aantekening of wel of geen besmetting van Japanse duizendknoop aanwezig is.
Verder informatie:
Machinaal verwijderen
n.v.t.
Handmatig verwijderen en afvoeren
Kleine locaties met Duizendknoop kunnen handmatig geëlimineerd worden, door de plant en wortels uit te trekken na ze los gewerkt te hebben met een riek. Maandelijkse controle is hierbij noodzakelijk, met aandacht voor een juiste verwerking van de ondergrondse uitlopers en wortels. Het maaisel dient altijd te worden afgevoerd naar een erkende verwerker. Daarmee wordt het risico geminimaliseerd dat het zich later alsnog kan verspreiden.
Begrazen
n.v.t.
Chemisch bestrijden
Deze optie mag alleen gebruikt worden op waterkeringen. Zie de pagina over Gewasbeschermingsmiddelen en biociden.
Chemische bestrijding van Duizendknoop is mogelijk met gewasbeschermingsmiddelen op basis van glyfosaat. Langs watergangen is het in principe niet toegestaan. Chemische bestrijding kan worden toegepast door het middel op afgemaaide stengels te strijken. Een andere methode is eerst de planten af te maaien, dan de stoppels uit te laten lopen en de bladeren dan te besproeien met het bestrijdingsmiddel. Ook het injecteren van de plant behoort tot de mogelijkheden op het einde van het groeiseizoen wanneer de sapstroom weer richting de wortels gaat (met maximaal 20% glyfosaat). Door de stichting Probos wordt dit gezien als de meest effectieve methode om Duizendknoop te bestrijden. Zie de pagina over injecteren op bestrijding duizenknoop voor de laatste informatie.
Afgraven
Deze optie wordt gebruikt om de plant op de locatie volledig uit te roeien en is niet overal toepasbaar gezien de omvang of bereikbaarheid van de locatie. Met name op waterkeringen en bij beginnende jonge haarden is dit een effectieve strategie. Er moet minstens tot 3 meter (max. 7 meter) diep worden afgegraven en minimaal tot 2 meter vanaf de buitenrand van de populatie. De grond moet afgevoerd worden en verwerkt door een erkend
Natuurlijke vijand (experimentele fase)
Het Centre for Agriculture and Bioscience International (CABI) onderzoekt al jaren welke mogelijkheden er zijn om ongewenste soorten biologisch te bestrijden. Hierbij wordt gekeken naar de natuurlijke vijand in het land van oorsprong. Er wordt zorgvuldig onderzocht welke effecten er zijn op andere soorten. Is de natuurlijke vijand alleen actief op de ongewenste soort dan biedt dit mogelijkheden om dit in de praktijk toe te passen.
In Engeland is al het voorwerk al gedaan betreffende de Japanse duizendknoop. Er wordt onderzoek gedaan naar een bioherbicide: een zwam of schimmel (Mycosphaerella polygoni- cuspidati) die de plant aantast. En naar een plantenluis (Aphalara itadori). In Nederland wordt dit onderzoek ook opgepakt. Meer hierover in de Nieuwsbrief Werkgroep Plaagsoorten december 2019.
Wat werkt wel?
Wat werkt niet?
We hebben nog geen beschrijvingen van bestrijdingsmethoden die niet effectief zijn.
Het ministerie van LNV is hiervoor het bevoegde gezag en de uitvoering van toezicht en handhaving ligt bij de NVWA en RVO.
Voor meer informatie over gebruik van biociden bij probleemsoorten, zie de pagina over Gewasbeschermingsmiddelen en biociden.
Uit de Nieuwsbrief Werkgroep Plaagsoorten, december 2019:
Nog geen toelating voor waterschappen om glyfosaat te injecteren.
Naast de zorg voor het waterbeheer beheren de waterschappen ook dijken, schouwpaden langs watergangen en terreinen rond de rwzi’s en de gemalen. Op deze terreinen vormt de Japanse duizendknoop een toenemend probleem. Voor de bestrijding van Japanse duizendknoop is injecteren met glyfosaat de meest effectieve methode. De waterschappen lopen hierbij echter tegen het probleem aan dat het wettelijk gebruiksvoorschrift van Roundup Evolution de pleksgewijze injectiemethode alleen toestaat in openbaar groen en particuliere tuinen. De terreinen die waterschappen beheren, vallen hier niet onder.
Er zijn twee oplossingen mogelijk:
Voor acute problemen is het aanvragen van een vrijstelling een oplossing (zie voorbeeld gemeente Amersfoort, Besluit tijdelijke vrijstelling gemeente Amersfoort).
Een meer structurele oplossing is om een aanvraag te doen voor een kleine toepassing (NL-KUG) bij het loket kleine toepassingen in verband met uitzonderlijke behoefte (Loket kleine toepassingen). Er is hiervoor een advies van de NVWA nodig. Een kleine toepassing kan worden aangevraagd door de UvW zelf, maar vanwege dataprotectie en kosten is het verstandig om te overleggen met de toelatinghouder of deze de aanvraag wil doen. De glyfosaatmiddelen worden momenteel herbeoordeeld, een NL-KUG aanvraag kan daarom pas worden ingediend als het middel herbeoordeeld is. Het is nog niet duidelijk wanneer de herbeoordeling van de glyfosaatmiddelen
afgerond zal zijn.
Meer informatie over het aanvragen van een vrijstelling kunt u vinden op de website van de NVWA
https://www.nvwa.nl/onderwerpen/gewasbescherming/aanvragen-vrijstelling-voor-gewasbescher-
mingsmiddelen.
Tekst: Petra Geenen, beleidsmedewerker Ctgb
Meld nieuwe vindplaatsen intern en extern (NDFF-app, snapp de exoot-app). Doe dit al bij het vinden van 1 plant, gezien het woekerende karakter.
(Waterschap Rijn en IJssel)
In het voorjaar van 2013 is door het waterschap een groeiplaats van Japanse duizendknoop op de primaire waterkering in Arnhem nabij de Pleijroute lichtdicht afgedekt met antiworteldoek in combinatie met landbouwfolie. Het doek is met tengels in combinatie met krammen vastgezet en ruim om de haard aangebracht ( minimaal 3 meter vanuit de laatste plant). Vervolgens is de locatie jaarlijks gecontroleerd op eventuele beschadigingen van het doek en op hergroei van de plant door of onder het folie vandaan. Jaarlijks zijn er een aantal plantuitlopers verwijderd die alsnog onder het folie vandaan groeiden. Ook ter plaatse van de krammen zijn planten door het folie heen gegroeid.
Zie de memo.
(Waterschap Limburg, André Smeets)
In de strijd tegen Japanse Duizendknoop worden allerlei methoden beproefd met als doel het uitroeien of beheersbaar houden van deze agressieve soort. Bij een paar kleine groeilocaties, van 1,5X1,5m op de oever van het riviertje de Niers in noord Limburg heb ik afgelopen jaar een proef gedaan met uitgraven. Om de kosten te beperken zijn de wortels handmatig uit de vrijkomende grond geraapt.
De vrijkomende grond is in depot gezet vlak naast de ontgraving op dikke folie. Het depot is niet hoger dan 30cm gemaakt zodat achtergebleven worteldelen de kans krijgen om zo snel mogelijk weer te gaan groeien en scheuten te vormen. Er is tot een meter vanaf de plant gestart met graven en uitgebreid tot waar dat nodig was. De wortels zijn in de bodem redelijk goed te herkennen omdat ze ietwat gelig kleuren als ze doorgestoken zijn. Door de wortels te volgen is de uiteindelijke ontgrondingskuil tot 2,5X 2X1m uit gegraven.
Bij de eerste bak grond is geprobeerd een zo groot mogelijk deel van de wortels mee te nemen. Opvallend was dat het wortelstelsel behoorlijk compleet mee naar boven kwam en zelfs voor een deel heel bleef bij het scheiden van de grond. De overige wortels waren redelijk goed te herkennen aan de kleur en de kronkelige vorm. Hierdoor konden de wortels voor het grootste deel uitgeraapt worden.
Na drie weken waren er slechts 3 scheuten aanwezig in de vrijgekomen grond. Daarna is het herfst geworden en net voor het hoogwaterseizoen zijn de gaten dicht gemaakt en is de groei ook gestopt. Zodra de JDK weer de kop op steekt zullen we na het hoogwaterseizoen wederom overwegen om de locatie uit te graven en eventuele resterende wortels te verwijderen. Wordt dus vervolgd!