Koolzaad en Raapzaad (Brassica napus en Brassica rapa) zijn sterk gelijkende soorten die gemakkelijk te herkennen zijn aan de felgele bloemen met vier kroonbladeren.
Koolzaad en Raapzaad (Brassica napus en Brassica rapa) zijn sterk gelijkende soorten die gemakkelijk te herkennen zijn aan de felgele bloemen met vier kroonbladeren. De planten weten zich gemakkelijk te vestigen in bodems met een open structuur, zoals geklepelde wegbermen of net aangelegde dijktaluds. De soorten bloeien vrij vroeg (april) en kunnen gemakkelijk zaad zetten voor de eerste maal maaien. Tijdens het maaien en met name tijdens het klepelen, waarbij er vaak een open structuur van de vegetatie teweeg wordt gebracht, kunnen de zaden zich gemakkelijk verspreiden.De zaden blijven jarenlang kiemkrachtig.
Meer informatie:
Doordat de plant zich snel verspreid kan het de grasmat gaan domineren ten koste van meer erosiebestendige soorten. Hierdoor komt de erosiebestendigheid in het geding. Wanneer er veel Koolzaad groeit is de grasbekleding moeilijker inspecteerbaar.
Algemeen
Vestiging en uitbreiding van Koolzaad, maar ook van Raapzaad, Herik en Zwarte mosterd, op dijken dient voorkomen te worden. Eenmaal gevestigd kunnen deze soorten zich razendsnel verspreiden over het talud, zeker wanneer de zode wat opener is, en in korte tijd een hoog bedekkingspercentage bereiken.
Machinaal verwijderen
Frequent maaien kan Koolzaad verminderen en doen verdwijnen. De maaitijdstippen dienen dan wel zo gekozen te worden dat bloei en zaadzetting te allen tijde worden voorkomen.
Handmatig verwijderen
n.v.t.
Begrazen
n.v.t.
Chemisch bestrijden
Deze methode is wettelijk gezien niet toegestaan.
Wat werkt wel?
Wat werkt niet?
We hebben nog geen beschrijvingen van bestrijdingsmethoden die niet effectief zijn.
Er is geen wettelijk kader voor Koolzaad en Raapzaad.
Chemische bestrijding is niet toegestaan. Voor meer informatie over gebruik van biociden bij probleemsoorten, zie de pagina over Gewasbeschermingsmiddelen en biociden.
Deze soort wordt niet genoemd in de Digigids, onkruid klein als risicosoort.
(Waterschap Aa en Maas,, 1e pilot: Jan van der Zanden, 2e pilot: Pieter Jeuken)
Probleem en plan
Op diversen locaties langs de regionale en primaire waterkeringen van waterschap Aa en Maas is in 2017 koolzaad geconstateerd. Hierop heeft het waterschap en proef uitgevoerd om te kijken wat de gevolgen zijn van verschillende manieren van onderhoud.
Vak 1-6: de waterkering is een schrale zanddijk.
Aanpak
De doorlooptijd van de proef was april t/m september 2017. De periode waarin de proef plaatsvond was t/m augustus een erg droge periode.
Op dinsdag 25 april zijn de taluds op bovengenoemd proefstukken voor het eerst gemaaid i.v.m. de ontwikkeling van de zaadzetting van het koolzaad behalve vak 6. Normaal wordt deze kering 2x per jaar gemaaid en is de eerste maaibeurt bij deze gedeelten waterkering tussen 15 juni 2017 en 2 juli 2017. De tweede maaibeurt tussen 10 september en 24 september. Op 19 juli zijn alle stukken nogmaals gemaaid i.v.m. ongewenste soorten die er groeiden, zoals de akkerdistel en bramen. In de eerste week van oktober zijn de taluds nogmaals gemaaid voor de 3e keer om het gras niet te lang de winter in te laten gaan.
Resultaten en conclusies
Het maaien van het koolzaad voordat deze zaait blijkt vooralsnog uit de proef effectief te zijn, het koolzaad is op die locaties niet meer teruggekomen. Eind april was in dit geval een goed tijdstip, dit zal mede afhankelijk zijn van het weer in het voorjaar.
Het stuk waar compost aangebracht is en de kering is doorgezaaid met een D2-grasmengsel, lijkt het beste uit de proef te komen. Er dient wel rekening mee gehouden met het feit dat deze kering van zijn nature erg schraal is.
Door het tijdig maaien van het koolzaad voordat deze zichzelf zaait zorgt er in de ogen van de beheerder voor dat deze in dat jaar niet nogmaals terugkomt. Het aanbrengen van compost in combinatie met een grasmengsel draagt er tevens aan bij om tot een betere en sterkere grasmat te komen.
Hieronder staat een fotoserie met een opname in de maanden mei-september.
In 2020 had Waterschap Aa en Maas een explosie van koolzaad op de dijken. Ze hebben de ergste plekken geïnventariseerd en gecontroleerd op beschermde flora en fauna.
De ingreep vindt plaats op het hoogtepunt van de bloei, voordat de plant tot zaadzetting komt. Zaden mogen zich niet verspreiden. De maai-zuigbak werkt op ongeveer 30 boven het maaiveld waardoor alleen de bovenkant van de koolzaad wordt afgemaaid, waarin de bloemen zitten. Het grote voordeel is dat de onderstaande vegetatie wordt gespaard, waardoor er binnen korte tijd weer nieuwe bloemen op de dijk groeien. De kleine hoekjes waar de aannemer niet bij kon, zijn met de hand afgemaaid.
Waar het koolzaad vrij dicht heeft gestaan, staat weinig andere vegetatie, hier ontstaan kale plekken na het maaien.