Voor het bevorderen van biodiversiteit gaat het onder meer om het bevorderen van variatie. Want door variatie verbeteren o.a. de volgende factoren in het leefgebied van insecten:
[Coukuyt, 2016; Stip, 2018-2; Raemakers & Faasen, 2021]
Gefaseerd maaien is dan een kansrijke optie. In de recente onderzoeken van Stip en van Raemakers&Faasen naar het effect van gefaseerd maaien op dijken tonen zij dit aan. De laatsten signaleren een toename van dagvlinders in één onderzoekjaar bij vroeg maaien. Allen constateren ook dat een beperkte uitvoeringstijd en de extreme droogte in de onderzoekjaren invloed hadden of de uitkomsten. Hierdoor was de toename van insecten bij de waarnemingen helaas niet significant. Raemakers&Faasen constateren dat de aantallen terugliepen door het droogte-effect. Daaruit blijkt dat het beheer van belang, maar niet allesbepalend is.
Wanneer gefaseerd maaien wordt ingevoerd, beïnvloedt de beheerder een deel van de vegetatie op langere termijn. Op percelen die hij op een ander tijdstip gaat maaien, zal dus een structurele verandering gaan optreden. Maar zoals boven al gezegd: gefaseerd maaibeheer bij voorkeur toepassen op locaties die een relatief lage biomassa en relatief hoge soortenrijkdom hebben. Als dat niet het geval is kun je het beheer beter eerst afstemmen op het verlagen van de biomassa waardoor de soortenrijkdom (en dus de biodiversiteit) toeneemt en daarna pas een meer uitgekiende beheervorm kiezen.