Afschuiving is het verschijnsel dat een deel van het talud naar beneden schuift. Dus van de grasbekleding: zode en een deel van de toplaag. Bij het binnentalud ontstaat dit door verschillende factoren.
De belasting wordt gevormd door een hoge waterdruk ter plaatse van het binnentalud en de binnenteen van de dijk. Dit kan zorgen voor het opdrukken of afschuiven van een kleibekleding en/of het uitspoelen van zand door het zelfde mechanisme als genoemd bij afschuiven bekleding buitentalud. De hoge waterdruk wordt veroorzaakt door een hoge buitenwaterstand in combinatie met infiltratie door golfoverslag. De mate van infiltratie is afhankelijk van de aantal golfoverslagen, het volume van de golf en de duur van de extreme weerssituatie/storm waarin de golven optreden. Ook het feit dat er mogelijk een schuifvlak is tussen de afdekkende kleilaag en het zwaarder worden van deze kleilaag door verzadigingen speelt mee in het afschuiven van de binnentalud. Figuur 7.13 in [Fenomenlogische beschrijving grasbekleding, WBI2017] geeft schematisch dit faalmechanisme weer. Wanneer tijdens de belasting geen sprake is van een overslagdebiet, wordt de stabiliteit van de bekleding beoordeeld onder het spoor microstabiliteit.